9 februari 2018
Donderdag 8 februari was een bijzondere dag voor de heer Benjamin Urich (95). In het oude stadhuis te Den Haag ontving hij vanmorgen uit handen van burgemeester Pauline Krikke het Mobilisatie Oorlogskruis en het Ereteken voor Orde en Vrede. Ook werden postume onderscheidingen uitgereikt voor zijn beide broers, Jacob Jan Willem en Louis Adolf John Urich.
Het is ruim 76 jaar geleden dat een dramatische periode aanbrak in het leven van Benjamin Urich en in de levens van zijn oudere broers Jacob en Louis. Op 8 december 1941 werden zij alle drie onder de wapenen geroepen. Benjamin was net klaar met de Kweekschool. 19 jaar jong.
8000 krijgsgevangenen
Nederland had Japan de oorlog verklaard, na de aanval op Pearl Harbor van een dag eerder. In januari 1942 drong de oorlog door tot Nederlands-Indië. Twee maanden later moest Nederland capituleren. Een krijgsgevangenschap van bijna drieënhalf jaar begon. Een periode die heel veel slachtoffers heeft gemaakt. Meer dan 8.000 Europese krijgsgevangenen, bijna 20 procent van het totale aantal, zou de bevrijding niet beleven.
Birma
Dat Benjamin en zijn broers het wel overleefden, mag dan ook een wonder heten. Het lot bracht hem en zijn oudste broer Jacob weer bij elkaar in Birma. Daar werden ze te werk gesteld aan de Birma-Siamspoorlijn. Beschut door het duister sloop Benjamin nachts het kamp uit, om handel te drijven met de plaatselijke bevolking. Om zo extra eten te organiseren.
Toen het werk aan die beruchte spoorlijn klaar was, werd Benjamin naar Bangkok gebracht. Daar was het dat hij en Jacob weer de vrijheid mochten proeven. Op 15 augustus 1945.
Zijn broer Louis was in Japan terechtgekomen en moest daar in de mijnen werken. Ook hij werd bevrijd in die augustusdagen die de vrede brachten in Azië. Maar de vrede was helaas van korte duur.
Gurkha’s
Benjamin en zijn broers werden al snel opnieuw in een uniform gestoken en bewapend. Opgeleid door Brits-Indische Gurkha’s, werd hij ingescheept richting Singapore en vervolgens naar de Kleine Soenda-eilanden in voormalig Nederlands-Indië. Daar ging hij aan de slag voor het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL).
Er werden chauffeurs gevraagd en een maat van Benjamin zei: meld je ook! Dat deed Benjamin – niettegenstaande het feit dat hij helemaal niet kon autorijden, maar dat had hij snel onder de knie. En zo reed Benjamin een zware vrachtwagen, met 16 soldaten erop en een sergeant naast hem, vanuit het schip het strand op, het oerwoud in.
Naar Nederland
Benjamin en zijn broers verlieten in 1947 en 1948 het leger en kwamen uiteindelijk alle drie op verschillende suikerondernemingen terecht. Medio jaren vijftig vertrokken ze allemaal naar Nederland om uiteindelijk in 2018 erkenning te krijgen voor hun inzet.
Burgemeester Krikke benoemde dat in haar toespraak:
In die tijd was Nederland nogal spaarzaam met het uitspreken van erkenning en waardering voor oud-leden van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Los daarvan was er in tijd niet veel aandacht voor wat zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in Azië had afgespeeld. Zo heeft het lang geduurd, eer die erkenning en waardering er wel kwam.
Betrokken
De burgemeester gaf ook aan dat ze als voormalig burgemeester van Arnhem nauw betrokken was geraakt bij de Indische gemeenschap en de overlevenden van de Japanse kampen. “Het betekent dan ook veel voor mij dat ik vandaag niet alleen aan u, maar ook aan de kinderen van uw overleden broers alsnog het Mobilisatie-Oorlogskruis, het Ereteken voor Orde en Vrede en het Demobilisatie-Insigne van het KNIL mag uitreiken”, zo verwoordde ze het in haar toespraak.
Bron: www.veteraneninstituut.nl
Foto’s: Martijn Beekman